Het WK paracycling werd dit jaar verreden in het Italiaanse Maniago. Aan de voet van de Dolomieten lag een parcours van 13,6 kilometer met 100 hoogtemeters per rondje. De temperatuur lag rond de 35 graden. We waren met team NL afgevaardigd met 18 renners en 10 personen staf. Het materiaal werd met bussen naar Italie gebracht en wij vlogen op Venetie om daar met een touringcar naar Maniago te worden gebracht. Ons hotel lag 200 meter van het parcours en in de parkeerkelder was onze werkplaats en de plek om warm te rijden op de tacx.
De tijdrit was op donderdagmiddag, de hele dag was het ontzettend warm geweest, maar rond half 4 trok de lucht helemaal dicht. Al een kwartier voordat ik van start ging, viel de regen met bakken uit de lucht. Bij de start zag ik haast geen hand voor ogen en de baan was spekglad. Het begon met een lange flauwe klim het dorp uit en daarna een steile afdaling. Doordat het zo hard regende en ik met een carbon voorwiel reed, werkten de remmen bijna niet. Heel op tijd remmen, onder aan de afdaling om de boel heel te houden. Daarna een steile klim met een lange flauwe afdaling. Ik kreeg een steeds beter gevoel, het werd droog en het tempo ging omhoog. Bij een rotonde aangekomen, deed ik naar mijn idee rustig aan, maar raakte in een slip, 180 graden andersom de stoep op en vol op een lantaarnpaal. Daar lag ik, in een greppel met de ketting eraf. Met hulp van baancommissarissen en onze bondscoach, die achter mij reed om mij te begeleiden dmv een oortje, kon ik mijn weg na 1,5 minuut vervolgen. Helaas bleek na een paar 100 meter mijn voorband ook nog lek te zijn, dus moest het voorwiel verwisseld worden. Dit lukte bondscoach Loes Gunnewijk zelfs met mij in de handbike. bijzonder knap! Na 4 minuten kon ik mijn weg vervolgen, maar voor het klassement hoefde ik niets meer. Wel gefinisht, maar niet op een plek waar ik op gehoopt had.
De wegwedstrijd was op zaterdagmiddag tegen 5 uur. De zon scheen volop en het was 33 graden. Ik voelde mij bepaald niet topfit, het zelfde euvel waar ik het hele jaar al mee kamp, stak de kop weer op. Bij de start ging het direct voluit, de lange flauw klim op. In het begin kon ik de aansluiting nog wel houden, maar verderop de klim moest ik toch lossen. Het leek een lange rit te worden, in mijn eentje 68 kilometer berg op, berg af. Later kwam ik een Tsjechische rijder achterop en heb daar een paar ronden mee gereden. Bij de laatste steile klim heb ik hem afgeschud, om nog een halve ronde alleen te rijden en te finishen. Het werd een 18e plek in een veld van 34 rijders. Toch iets te laag, naar mijn idee.
Verder was het een mooie week, met een uitdagend parcours in een mooi land. Toch wel een beetje trots om weer geselecteerd te zijn en om in dit team mee te mogen rijden. Nu is het zaak dat het lichamelijke ongemak word behandeld. Zoals het er nu uitziet, zal dit binnenkort gebeuren, zodat ik volgend seizoen weer fris aan de start sta.