2,5 weken na de Paralympics stond het WK in Zurich op het programma. Met dinsdag 24 september de tijdrit en zaterdag 28 september de wegwedstrijd. Het gevoel was iets beter dan op de spelen. Het parcours van de tijdrit was dit keer op mijn lijf geschreven. Met de nieuwe voorvork, waar ik een groter wiel mee rijden kon, hoopte ik stiekem toch op een medaille.
Ik kon nog steeds niet helemaal aan mijn vermogen komen, maar een gemiddelde van 45 km/h zorgde ervoor dat ik een zilveren medaille behaalde. Ik mag mij dus nog een jaar lang vice-wereldkampioen tijdrijden noemen. Een mooie afsluiter, want dit was de laatste tijdrit uit mijn handbike carrière.
De wegwedstrijd verliep niet al te best. Eerst een ronde van 25 km met klimmen tot 18%, daarna nog 6 ronden door Zurich, waarin ook nog een klim zat. Ik had die dag helemaal de kracht niet. Bij het uitkomen van de bochten kon ik gewoon niet mee met de rest en bij het klimmen al helemaal niet. Het werd een 19e plek.